De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de heffing van BPM ongegrond. Door de invoering van de mogelijkheid om te kunnen kiezen voor het zogenoemde historische BPM-bedrag (zie artikel 10b Wet BPM) met ingang van 1 januari 2010, is geen sprake van strijd met artikel 110 van het VWEU . Ingevoerde gebruikte auto ’s worden door deze keuzemogelijkheid in geen enkel geval meer onderworpen aan een hogere belasting (BPM) dan de belasting (BPM) die nog rust op de waarde van gelijksoortige, reeds op het nationale grondgebied gebruikte auto’s. Wel ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de werkelijke kosten van de bezwaarfase omdat verweerder de aangifte BPM van eiser eigenhandig heeft aangepast.